Het is echt een gezamenlijk vraagstuk

Als inrichter van de buitenruimte werkt aannemings- en hoveniersbedrijf Germieco graag klimaatadaptatief. Zo is het bedrijf druk bezig met het vergroenen van schoolpleinen. Hittestress ligt op de loer bij schoolpleinen, legt Konijn uit. "Als je een schoolplein creëert met groen, dan kun je hittestress tegengaan en het regenwater infiltreren. Daarnaast bieden we ook een educatieve waarde aan door het aanleggen van een insectenhotel, wilgentunnel en/of blotevoetenpad."

De sector zit middenin de transitie en Germieco zette vijf jaar geleden de eerste stappen met de aanschaf van zonnepanelen op het dak en de eerste elektrische voertuigen. "Nu is het voor ons haast gewoon geworden om al het materieel te vervangen voor een elektrisch alternatief," zegt Konijn. "En het is prettig werken, want elektrische machines en voertuigen maken geen lawaai en stoten niets uit." Hoewel Germieco zelf stappen zet in de klimaatopgave, doet ze dat zeker niet alleen. Zo werkt het bedrijf samen met verschillende opdrachtgevers en partners.

“

'heb je elkaar nodig. We kunnen wel elektrisch willen werken, maar waar laden wij het materieel op?'

"Het allerbelangrijkste is dat je het met elkaar doet," stelt Konijn vast. "De gemeente Amsterdam is bijvoorbeeld een koploper als het gaat om het uitvragen op het gebied van emissieloze inzet. Dat heb je nodig, anders schuif je als aannemer die investeringen makkelijk op de lange baan. Nu worden we uitgedaagd om dat in een redelijk tempo te doen en bewegen we mee."

Kennisprogramma's als De Toekomstgerichte Wijk of Kenniskringen kunnen gemeenten, opdrachtgevers en opdrachtnemers veel bieden. Kennisdelen is namelijk ontzettend belangrijk omdat je toch tegen dezelfde thema's aanloopt. "In zo'n transitie heb je elkaar nodig. We kunnen wel elektrisch willen werken, maar waar laden wij het materieel op? Dat is echt een gezamenlijk vraagstuk. Dat kunnen wij als opdrachtnemer niet alleen."

Tegelijkertijd bieden de sessies opdrachtgevers de kans om te horen waar aannemers tegenaan lopen. "Neem bijvoorbeeld grotere rupskranen. Die zijn er wel, maar nagenoeg niet actief in Amsterdam. We werken nu met kleiner materieel wat ook goed werkt, alleen je bent wat langer bezig." Dat de transitie niet vanzelf gaat kan Konijn alleen maar beamen. "Overstappen naar emissieloos heeft heel wat voeten in de aarde, maar daar lopen we niet voor weg." In de praktijk ziet hij bijvoorbeeld dat de elektrische vrachtwagen die Germieco heeft rijden nog niet altijd efficiënt wordt gebruikt. Dat heeft ermee te maken dat het aantal elektrische vrachtwagens groeit, maar het aantal laadpalen nog niet. "Je wilt de laadpalen het liefst zo dicht mogelijk bij het gebied waar we werken, anders gaan er kilometers verloren. Maar het is een mooi product," benadrukt Konijn. "Elke dag rijdt hij, maar het kan dus efficiënter."

“

Als je continuïteit wil in je bedrijfsvoering, moet je toekomstgericht investeren

De transitie kan meer slagkracht krijgen als er meer opdrachtgevers en aannemers aanhaken. "De vraag om emissieloos materieel moet echt uit de branche komen. Dat zorgt er bij fabrikanten voor dat ze hun productiecapaciteit gaan opschroeven waardoor er massaproductie ontstaat. Dan wordt het materieel ook goedkoper." Want het zijn flinke investeringen geeft Konijn toe. "Maar als je continuïteit wil in je bedrijfsvoering, moet je toekomstgericht investeren."

Hij probeert partners, leveranciers, onderaannemers en andere ondernemers uit de keten te motiveren om ook die transitie te maken. "Er is een beweging gaande. Als wij als infrabedrijf een steentje kunnen bijdragen, dan doen we dat. Helemaal als we dat met emissieloos materieel kunnen doen."