Maar liefst zes jaar lang vindt aannemer Roelofs een thuishaven in Bijvanck. Zowel letterlijk als figuurlijk, want het is geen standaard bouwkeet die ze hebben neergezet, maar een compleet kantoor met ontmoetingsruimte, waar bewoners makkelijk in en uit lopen. “Dat is de kracht van dit project,” vertelt Rob Wassenaar van Roelofs. “We zijn echt onderdeel geworden van de wijk. We weten wat er speelt, zien wat er wel en niet goed gaat en kunnen daar gelijk op inspelen. Bewoners weten ons te vinden en lopen makkelijk even binnen.”
Bijvanck is een gevarieerde wijk, met een combinatie van huur- en koopwoningen in diverse prijsklassen. Bewoners voelen zich betrokken bij hun wijk en denken graag mee over het verbeteren van hun woonomgeving. Door de leeftijd van de wijk werd een renovatie van de openbare ruimte noodzakelijk. De bestrating, maar ook de groenvoorziening en de riolering was aan een vernieuwing toe. Om de overlast voor bewoners te beperken, koos de gemeente voor een grootschalige aanpak om alles in één keer aan te passen.
Roelofs is al sinds 2014 bezig met klimaatneutraal 2030. Eén van de pijlers is de emissieloze bouwplaats. Het project in Bijvanck Blaricum wil Roelofs zoveel mogelijk emissieloos uitvoeren en daarmee een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de buurt tijdens de uitvoering.
“De manier van samenwerking, de positieve insteek, waarin veel vertrouwen is in elkaar is heel belangrijk voor beide partijen,” legt projectleider Marc Twilhaar uit. “Door de lange samenwerking merk je dat mensen wat voor elkaar over hebben. Het hokjesdenken verdwijnt, je bent samen verantwoordelijk.” “Deze manier van werken verhoogt voor iedereen het werkplezier,” vult Wassenaar aan. “Als iets eens 1000 Euro hoger uitvalt dan hoeven we niet langs drie schijven om akkoord te krijgen, waardoor het werk vertraging oploopt. We kunnen gewoon door.” “En andersom, als iets goedkoper uitpakt, dan stoppen we dat terug in de wijk,” zegt Twilhaar, “wij spreken de bewoners, wij weten waar ze behoefte aan hebben, dus als iets goedkoper wordt dan kun je eens wat extra’s doen.”
““De manier van samenwerking, de positieve insteek, waarin veel vertrouwen is in elkaar is heel belangrijk voor beide partijen.”
Projectbegeleider namens de gemeente, Ap Verduijn, komt lachend met een anekdote ter illustratie van de prettige samenwerking. “De diverse mensen werken al zo lang samen dat toen iemand van Roelofs met vakantie ging, een medewerker van de gemeente hem verving. Mooi voorbeeld van het vertrouwen over en weer.”
Bij zo’n groot project is het van belang om de hinder voor bewoners zoveel mogelijk te beperken. “Daarvoor is het belangrijk dat de participatiegraad van de bewoners zo hoog mogelijk is,” legt Verduijn uit. “Er is bij zo’n groot project een plicht tot raadplegen,” vertelt Twilhaar, “maar we willen het ook zelf. Het maakt het werk leuker als je de mensen kent en weet voor wie je werkt. Je wilt een toegevoegde waarde voor de wijk zijn.” Om zijn woorden kracht bij te zetten, komt op dat moment bewoner meneer Peters binnenwandelen. “Ik heb zelf 41 jaar bij de gemeente gewerkt,” vertelt hij, “voor deze wijk en ik woon er zelf ook. Ik ben nu al acht jaar met pensioen. Ik vind het prettig dat je hier zo even je vragen kunt stellen.” Hij wil van Marc Twilhaar weten of er nog asfalt bij het basketbalveld komt. Twilhaar kan hem uit zijn hoofd beantwoorden en meneer Peters vertrekt gerustgesteld.
Ook tijdens een wandeling door de wijk blijkt hoe makkelijk aanspreekbaar de mensen van Roelofs zijn. Een jeugdige bewoner van een jaartje of vier is druk bezig met het verplaatsen van steentjes in een kruiwagentje, “Ik help de stratenmakers,” vertelt hij trots. Als ze daarna even pauze hebben komt hij er gezellig bij staan. Je kunt tenslotte niet vroeg genoeg beginnen met mensen enthousiast maken voor het vak. Even verderop spreekt een vader met een kind ons aan met de vraag of een verwijderd afsluitend paaltje nog terugkomt. Twilhaar antwoordt bevestigend en legt uit waarom het even weg was. De vader knikt begrijpend en loopt opgelucht verder.
““Ik vind het prettig dat je hier zo even je vragen kunt stellen.”
“Wij zijn echt een mensgerichte organisatie,” vertelt Twilhaar, “dat past ook bij een wijk als deze en een gemeente van deze omvang. Openstaan voor elkaar en voor de bewoners.” Voor opdrachtgever en opdrachtnemer levert deze manier van samenwerken veel voordelen op. Rob Wassenaar: “Dat is een enorme plus in deze tijd van personeelsschaarste. Zo voorkom je dat dingen zowel aan opdrachtgevers als opdrachtnemers zijde gedaan worden, we doen geen dubbel werk.” Twilhaar: “Wat belangrijk is om de opdracht tot een goed einde te brengen, is dat je flexibel bent. Elk huis is anders en niet ieder hekje is ingetekend. Maar we leren van elke fase van de wijk. Dat zorgt voor een efficiencyslag bij de volgende fase. Het geld dat we op die manier besparen vloeit terug in de wijk. Het hele bouwteam is zich ervan bewust.”
“Dat klopt,” beaamt Ap Verduijn, “achteraf hebben we Roelofs te laat ingeschakeld. Ik had ze liever al bij de VO-fase aan tafel gehad. We hebben nu toch heel veel aan moeten passen. Maar dankzij hun hands-on mentaliteit was dat geen probleem. Dat is een goeie les die we hebben geleerd voor een volgende keer.”
Roelofs heeft met deze manier van samenwerken in bouwteams de Cobouw Infra Award 2024 gewonnen.
Gezamenlijk werken we aan een klimaatbestendige toekomst voor onze wijken. Door de krachten te bundelen en kennis te delen, streven we naar een gezonde leefomgeving met gelukkige bewoners.
Het programma Toekomstgerichte Wijk wordt georganiseerd door Building Changes, MKB lnfra, Straatwerk Nederland en Hogeschool van Amsterdam. TKI Bouw en Techniek is financier.